Stagebeoordeling

De bacheloropleiding verpleegkunde van de HU kent vier praktijkleerperiodes: praktijkleren 1, 2, 3 en 4. De toetsing van praktijkleren bestaat steeds uit twee deeltoetsen: een praktijkbeoordeling en het stageportfolio. Hieronder worden deze toetsen toegelicht. Pas als de twee toetsen van praktijkleren behaald zijn, wordt de stage als geheel als afgerond beschouwd en het cijfers verwerkt. De student kan pas aan de volgende stage beginnen, als alle toetsonderdelen behaald zijn.

1. Praktijkbeoordeling

In de praktijkbeoordeling wordt het verpleegkundig gedrag getoetst dat de student laat zien op de stage-afdeling. De zeven rollen volgens de CanMEDS bieden het kader voor de gedragscriteria / beoordelingscriteria. In elke stage komen de zeven rollen aan bod, maar per stage verschillen de accenten wel.

Tussenevaluatie:

Ter voorbereiding op de tussenevaluatie schrijft de student een verslag op basis van de CanMEDS-rollen. Dit formulier is tevens het beoordelingsformulier voor de tussenevaluatie. De werk- of praktijkbegeleider spreekt op basis van deze voorbereiding en het gesprek een adviesbeoordeling uit. Bij de tussenevaluatie is het vooral belangrijk om de gewenste voortgang te bespreken en leerpunten voor het vervolg.

Hieronder vindt u de formats van het voorbereidend verslag per stage. Dit formulier gebruikt de student ook bij de eindevaluatie.

PL1: Evaluatieformulier CANMEDS-rollen Praktijkleren 1 

PL2: Evaluatieformulier CanMEDS-rollen Praktijkleren 2

PL3: Evaluatieformulier CanMEDS-rollen Praktijkleren 3

PL4: Evaluatieformulier CANMEDS-rollen Praktijkleren 4

Eindevaluatie:

Ter voorbereiding van de eindevaluatie schrijft de student een aanvulling op het verslag  van de tussenevaluatie, waaruit de vervolgontwikkeling duidelijk wordt. In een aansluitend gesprek spreekt de werk- of praktijkbegeleider de praktijkbeoordeling uit en legt deze schriftelijk vast in het digitale praktijkbeoordelingsformulier. De student stuurt hiervoor een link naar de werkbegeleider / praktijkbeoordelaar. Het is belangrijk dat bij iedere CanMEDS rol wordt toegelicht waarop de beoordeling is gebaseerd. Deze beoordeling is een adviesbeoordeling.

PL1: Beoordelingsformulier PL1

PL2: Beoordelingsformulier PL2

PL3: Beoordelingsformulier PL3

PL4: Beoordelingsformulier PL4

De stagedocent bekijkt de adviesbeoordeling van de praktijk en fiatteert deze. Indien de stagedocent niet akkoord kan gaan met de adviesbeoordeling (in negatieve dan wel positieve zin), dan zal de stagedocent eerst contact zoeken met de praktijkbeoordelaars. Na fiattering van de praktijkbeoordeling door de stagedocent, zal de stagedocent het resultaat invoeren.

2. Stageportfolio

In het stageportfolio neemt de student de verantwoording op van de leerervaringen van de praktijkleerperiode (verslag ontwikkelen CanMEDS-rollen). Tijdens iedere stage worden een of meerdere stage-opdrachten getoetst, waarin thema’s gekozen zijn die passen bij het niveau van de stage. In het flankerend onderwijs wordt aan deze opdrachten aandacht besteed; studenten kunnen hun conceptversies van de stage-opdrachten ook in de bijeenkomsten bespreken en elkaar van feedback voorzien. Voor de stage-opdrachten vragen we de praktijk om mee te lezen op werkelijkheidsgehalte, argumentatie en verantwoording van gemaakte keuzes. De praktijk vult een feedbackformulier in; de stagedocent beoordeelt de opdrachten. Voor praktijkleren 4 wordt het stageportfolio bovendien door twee stagedocenten beoordeeld, omdat deze stage onderdeel is van de afstudeereenheid.

De precieze inhoud van de stageportfolio’s per stage is terug te vinden op de digitale leeromgeving van de opleiding verpleegkunde: Canvas. Vraag de student hiernaar. Hieronder is per praktijkleerperiode een overzicht van de stage-opdrachten opgenomen.

Praktijkleren 1 (PL1):

In PL1 ligt het accent op de CanMEDS-rollen van zorgverlener, communicator en reflectieve EBP-professional. In PL1 worden twee stage-opdrachten gemaakt: 1.klinisch redeneren (doorlopen verpleegkundig proces van een zorgvrager) en 2. onderzoekend vermogen (advies voor de zorgverbetering van de gekozen zorgvrager). Daarnaast heeft de student reflectieonderwijs, waarbinnen tevens ethiek als thema structureel aan bod komt. Studenten ronden dit onderwijs af met: een reflectieverslag (aan de hand van een methode, bijvoorbeeld de reflectiewijzer) en een ethiekopdracht.

Klinisch redeneren: Feedbackformulier Klinisch rederen PL1234 

Praktijkleren 2:

In PL2 ligt het accent op de CanMEDS-rollen van zorgverlener, communicator, samenwerkingspartner en organisator. In PL2 wordt 1 stage-opdracht gemaakt, waarin zowel klinisch redeneren als onderzoekend vermogen worden getoetst. Studenten doorlopen alle stappen van het verpleegkundig proces (anamnese, diagnose, resultaten van zorg, interventies en evaluatie), waarbij specifiek aandacht gevraagd wordt voor gebruik screeningsinstrumenten, shared decision making, het doorlopen van het zorgtraject en de ervaren kwaliteit van leven van de zorgvrager. Het ICFmodel wordt als kader gebruikt voor het vaststellen van diagnoses, resultaten van zorg en interventies. Daarnaast heeft de student reflectieonderwijs, waarbinnen tevens ethiek als thema structureel aan bod komt. Studenten ronden dit onderwijs af met: een reflectieverslag (aan de hand van een methode, bijvoorbeeld de reflectiewijzer) en een ethiekopdracht.

Klinisch redeneren en onderzoekend vermogen: Feedbackformulier Klinisch rederen PL1234 

Praktijkleren 3:

In PL3 ligt het accent op de CanMEDSrollen van zorgverlener, reflectieve EBP-professional, organisator en professional en kwaliteitsbevorderaar. In PL3 worden twee stage-opdrachten getoetst: 1. klinisch redeneren (klinisch redeneren in een veranderende situatie en ten behoeve van het totale verpleegkundig proces) en 2. onderzoekend vermogen (CAT: Critical Appraisal of a Topic: project wordt uitgevoerd in het onderwijs). Daarnaast heeft de student reflectieonderwijs, waarbinnen tevens ethiek als thema structureel aan bod komt. Studenten ronden dit onderwijs af met: een reflectieverslag (aan de hand van een methode, bijvoorbeeld de reflectiewijzer) en een ethiekopdracht. In praktijkleren 3 (bedrijfsethiek) is feedback van de werkbegeleider van belang. De opdrachten worden beoordeeld door de stagedocent.

Klinisch redeneren: Feedbackformulier Klinisch rederen PL1234 

Bedrijfsethiek: Feedbackformulier bedrijfsethiek werkbegeleider

Praktijkleren 4:

PL4 staat in het teken van de integratie van alle CanMEDS-rollen. Ook in de twee stage-opdrachten wordt de verdieping en integratie gezocht. De opdracht klinisch redeneren is dezelfde als de opdracht van PL3 (opnieuw, bij een andere patiëntencategorie en bij een patient met een hoogcomplexe zorgvraag). In de tweede opdracht staat verpleegkundig leiderschap centraal. De uitkomsten van het onderzoek naar leiderschap wordt zowel in de praktijk als op school tijdens de bijeenkomsten gepresenteerd. Verder volgt de student 2 workshops over interprofessioneel klinisch redeneren, samen met geneeskunde studenten en heeft de student hier een voorwaardelijk stageopdracht over.

Ook in de afstudeerfase is er reflectieonderwijs, dit gebeurt via intervisie. Ethiek komt aanbod via normatieve professionalisering. De student werkt een opdracht uit en vraagt een professional in de praktijk om feedback te geven over de ethiekopdracht. De opdrachten worden beoordeeld door de stagedocent.

Klinisch redeneren: Feedbackformulier Klinisch rederen PL1234 

Normatieve professionalisering: Feedbackformulier Normatieve professionalisering professional