Stagebegeleiding: praktijk en opleiding

Begeleiding in de beroepspraktijk:

Hogeschool Utrecht heeft een praktijkcurriculum dat wordt gekenmerkt door 40% praktijkleren. Dit maakt goede begeleiding in de praktijk van groot belang.

Uitgangspunt is dat in elke zorgorganisatie een hbo-verpleegkundige aanwezig is die rolmodel kan zijn voor de student. Qua directe begeleiding maken we een onderscheid tussen de verschillende stageperiodes:

  • Praktijkleren 1 (stage 1): Directe begeleiding op de werkvloer wordt gegeven door VIG-er (niveau 3), mbo- of hbo verpleegkundige. Er is in ieder geval een hbo-verpleegkundige in de organisatie aanwezig (bijv. praktijkopleider / aandachtsfunctionaris / kwaliteitsverpleegkundige etc).
  • Praktijkleren 2 (stage 2): Directe begeleiding op de werkvloer wordt gegeven door een mbo- of hbo-verpleegkundige. Er is in ieder geval een hbo-verpleegkundige in de organisatie aanwezig (bijv. praktijkopleider / aandachtsfunctionaris / kwaliteitsverpleegkundige etc).
  • Praktijkleren 3 en 4 (stage 3 en 4): Directe begeleiding op de werkvloer wordt gegeven door een hbo-verpleegkundige.

Voltijd en deeltijd studenten worden boventallig ingezet en maken GEEN onderdeel uit van de formatie.

Werken aan de stage-opdrachten: studenten overleggen met de werkbegeleider over de tijd die zij binnen werktijd mogen besteden aan het maken van opdrachten. Deze opdrachten sluiten aan bij het werk van verpleegkundigen, zoals bijvoorbeeld een opdracht klinisch redeneren. Dus het is redelijk dat studenten hiervoor tijdens werktijd enige tijd voor kunnen reserveren. Hier zijn echter geen vaste afspraken over maar wordt in overleg met de student bepaald.

Een 10% afwezigheidsregel kan toegepast worden bij ziekte of ander ongemak, altijd in overleg met stagedocent en werkbegeleider.

Studenten draaien geen gebroken diensten.

Voltijd studenten lopen geen stage op een eigen werkplek.

Wat betreft Praktijkleren 1 (Stage 1): De afspraak is dat studenten in hun eerstejaars stage drie dagen in de week stagelopen in de zorg (‘aan het bed’). Daarnaast krijgen zij één dag om met de overstijgende rollen aan de slag te gaan. Deze tijd kunnen zij gebruiken om aan hun opdrachten te werken maar vooral om in de organisatie te gaan kijken en met mensen in gesprek te gaan. Zij kunnen bijvoorbeeld:

  • Meelopen met andere disciplines, aandachtsfunctionarissen, teamleiders, een kwaliteitsfunctionaris etc.
  • Een hbo-verpleegkundige consulteren aan wie zij hun vragen kunnen stellen, bijvoorbeeld in het kader van de te maken opdrachten.
  • Met cliënten en/of mantelzorgers in gesprek gaan.
  • Op zoek gaan naar interessante gesprekspartners, of met medestudenten uitstapjes meeloopdagen organiseren ten bate van het behalen van hun leeruitkomsten.
  • Daarnaast kan de de ‘uitzorgdag’ gebruikt worden om aan opdrachten te werken.

Wat betreft stages in de wijk geldt:

  • Praktijkleren 1. 1e jaarstudenten lopen niet zelfstandig in zorgroutes. Zij lopen mee met hun werkbegeleider. Betreffende studenten hebben nog niet genoeg inzicht om zelfstandig zorgvragers thuis te begeleiden. Daarnaast hebben zij een intensieve begeleiding nodig die alleen dan geboden kan worden als werkbegeleider en student samen opwerken.
  • Praktijkleren 2. 2e jaarstudenten lopen 8 tot 10 weken mee met hun werkbegeleider. Na deze inwerkperiode kunnen zij meer zelfstandig aan de slag. Ook wanneer de student zelfstandig zorgroutes loopt zal de werkbegeleiding afgestemd moeten zijn op wat de student in de situatie kan en wil leren. Cliënten kunnen niet alleen afhankelijk zijn van de student.
  • Praktijkleren 3. De eerste 3 weken loopt de student mee met werkbegeleider en krijgt intensieve begeleiding. Ook wanneer de student zelfstandig zorgroutes loopt zal de werkbegeleiding afgestemd moeten zijn op de leervraag van de student en kunnen cliënten niet alleen afhankelijk zijn van de student.
  • In PL3 ligt het accent op de rol van zorgverlener, reflectieve EBP-professional, organisator en professional en kwaliteitsbevorderaar met nadruk op klinisch redeneren en onderzoekend vermogen (evidence-based practice).
  • Praktijkleren 4. De eerste 2 weken verleent de student zorg onder volledige begeleiding.  Begeleiding van een verpleegkundig werkbegeleider, direct en op afstand, staat in het teken van integratie van alle CanMEDS-rollen waarbij uitgebreid aandacht is voor verpleegkundig leiderschap. Zelfmanagement vergroten, shared decision making, aandacht voor het verbeteren van functioneren en het netwerk van de zorgvrager en rekening houden met diversiteit vragen aandacht in PL4.  De student werkt naar een eindniveau waar hij/zij zelfstandig hoogcomplexe zorg kan verlenen als beginnend beroepsbeoefenaar.

In veel stagebedrijven is naast een werkbegeleider een praktijkbegeleider of praktijkopleider aanwezig. Voorafgaand aan het praktijkleren kan in de door de student op te starten Digitale Praktijkovereenkomst (DPO) aangegeven worden wie de dagelijkse begeleiding van de student op zich nemen (werk-, praktijkbegeleiders) en wie de contactpersoon van de HU is (de stagedocent). Van de student wordt verwacht dat hij/zij de contactgegevens van de betrokken begeleiders aan de verschillende begeleiders communiceert. Overleg over de vorderingen van de student verlopen in principe in overleg waar de student bij betrokken is.

Werkbegeleiderstraining.

Voor praktijk- en werkbegeleiders die meer willen weten over BN2020 en wat dit betekent voor het begeleiden van bachelor verpleegkunde studenten (HBO-V), wordt een training van één dagdeel georganiseerd. De cursus is geaccrediteerd voor 4 punten indien BIG geregistreed. Zonder zonder registratie kunt u een certificaat ontvangen. Deelname is gratis. Aanmelden kan via de link in de flyer training werkbegeleiding. Flyer training werkbegeleiding 2023-2024

Daarnaast bieden wij bij de aanvang van een praktijkleerperiode in september, november, februari en april, een online informatiebijeenkomst van 1 uur aan. De uitnodiging hiervoor ontvangt u via de student. Inhoud van de informatiebijeenkomst : 2023-2024 PPT werkbegeleidersbijeenkomst (1u)

Begeleiding vanuit de opleiding:

De stagedocent begeleidt tijdens praktijkleren, en verzorgt het ondersteunend stage-onderwijs in een groepje van acht studenten. Deze studenten lopen zoveel mogelijk stage binnen dezelfde stagesetting (bijvoorbeeld allemaal stage binnen de psychiatrie).

Stagedocenten denken mee over het niveau van praktijkleren en het vormgeven van de leerdoelen op de stageplek. Halverwege de praktijkleerperiode zal de stagedocent in principe aanwezig zijn bij de tussenevaluatie, zodat zij mee kunnen denken over de voortgang van de stage. Bij vragen of strubbelingen tijdens praktijkleren, kan altijd contact opgenomen worden met de stagedocent (dit geldt zowel voor de student als voor de werk- en praktijkbegeleiders). Mailadressen van docenten van de HU hebben altijd de opbouw: voornaam.achternaam@hu.nl.

Mocht u geen contact krijgen met de stagedocent, dan kunt u altijd bij het stagebureau navraag doen: stagebureauverpleegkunde@hu.nl.

Studenten krijgen aan het begin van de opleiding een studieloopbaanbegeleider (SLBer) toegewezen. De studieloopbaanbegeleider is het vaste aanspreekpunt voor de student gedurende de gehele studie. Tijdens praktijkleren wordt de eerste begeleiding door de stagedocent verzorgd, de SLB-er blijft ook gedurende de stage het aanspreekpunt voor de student als het over de studievoortgang en het welzijn van de student gaat.